Stichting Uitgeverij Rhemaprint

Romeinen
Door J.E. van den Brink

 
vorige pagina volgende pagina

Woord vooraf


 

Het is voor mij een bijzondere vreugde om na de toelichting op de Openbaring en die op de Hebreeën nu ook een bijbelstudie het licht te doen zien over de brief van Paulus aan de Romeinen. Als voorganger van een volle-evangelie gemeente heb ik dikwijls de opmerking gehoord, dat men zich in onze kringen eigelijk maar eenzijdig bezighoudt met de geestelijke gaven" zoals het spreken in tongen en de genezing op het geloof.

Hoewel wij deze onderwerpen als onderdeel van ons geestelijke fundament onontbeerlijk achten" is onze aandacht toch op de volle raad Gods gericht. Ik ken de grote belangstelling en de liefde der leden van de volle evangelie gemeenten voor de gehele Schrift. Men doet daar tezamen en ook individueel zeer veel aan bijbelonderzoek.

Jammer genoeg moet men zich hierbij vrijwel alleen oriënteren op verklaarders, wier uitleg niet overeenstemt met de leer van het Koninkrijk der hemelen zoals Jezus deze verkondigde en waarmee Paulus rondreisde. Daarom geven deze exegeten geen bevredigend inzicht en vaak zelfs helemaal geen commentaar op teksten die wij van groot belang achten.

Toen mijn vrouw en ik ten behoeve van onze gemeente de Romeinenbrief trachtten te verstaan, gingen wij van het principe uit, dat Paulus een volle evangelieprediker was en dat de leer aangaande de onzienlijke wereld ook hier de sleutel zou zijn tot een goed begrip van dit bijbelboek. Bij het maken van onze kanttekeningen was het noodzakelijk ons geheel in te leven in de denkwereld van deze apostel, ten einde hem in zijn manier van uitdrukken te kunnen volgen.Paulus was een man die op de weg naar Damascus plotseling in een situatie kwam, waarin hij alle religieuze vastigheden onder zich zag wegvallen en hij met alle traditionele inzichten moest breken. Hij was een koploper geweest in de Joodse orthodoxie en werd nu geroepen om pionier te worden van een evangelie, dat de leer der vaderen op revolutionaire wijze tot een verouderd begrippen complex maakte.

Hij moest zijn aardse zekerheden inwisselen voor onzichtbare, hemelse realiteiten, opdat hij van een natuurlijk mens onder de wet, een geestelijk christen zou worden. Hij getuigde van deze radicale omschakeling met de woorden: "Het oude is voorbijgegaan, zie het nieuw is gekomen". De inhoud van zijn brief aan de Romeinen kan dan ook samengevat worden in de uitspraak van de apostel in hoofdstuk 6:4, die ik als motto koos: In nieuwheid des levens". Zijn brief is immers het van dit vernieuwde denken.

De uiteenzettingen in de Romeinenbrief zijn belangrijk, omdat zij licht geven op talrijke aspecten van de christelijke leer, zoals op: zonde, wet, genade en gerechtigheid. Zij tonen ons de werkwijze van de zondemachten in de gebonden mens, maar ook de overwinning door de Geest des levens in hem. Er wordt gesproken over de openbaring van de zonen Gods, over de uitverkiezende genade voor allen die in Christus zijn, over de betekenis van het geestelijk Israël, de plaats van de gelovige in de gemeente, zijn verhouding tot de overheid, zijn verdraagzaamheid ten opzichte van hen die nog aan het begin van het pad des levens staan, en de apostel eindigt met persoonlijke groeten aan zijn vele broeders en vrienden.Met deze toelichting op de Romeinenbrief heb ik getracht de lezer 'de zin des Heren' te doen verstaan en hem een blik te schenken in het raadsplan van God met de mens. Het is raadzaam dit boek langzaam te lezen, want het bevat meer dan eenvoudige 'melkspijs'. Er is 'een en ander moeilijk te verstaan', maar wanneer men zich de inhoud tot zijn eigendom gemaakt heeft, zal de visie in de geestelijke wereld verruimd zijn, hetgeen innerlijke zekerheid en blijdschap tot gevolg heeft. Dit boek brengt u ongetwijfeld verder op 'de hoge weg' en daardoor dichter bij de Heer zelf.

Gorinchem, januari 1973

J.E. van den Brink

 
vorige pagina terug volgende pagina