Stichting Uitgeverij Rhemaprint

de brieven aan Timotheüs
door J.E. van den Brink

 
vorige pagina volgende pagina

Woord vooraf


 

Wanneer de apostel Paulus een oud man geworden is en hij bovendien in de gevangenis vertoeft, heeft hij de zorg voor de gemeente in Eféze toevertrouwd aan zijn jonge medewerker Timotheüs. Het was voor hem niet meer mogelijk deze geestelijke zoon zelf te begeleiden, maar toch wil de apostel hem nog enige richtlijnen geven hoe men zich in het huisgezin Gods moet gedragen en als voorgaande broeder moet handelen. Paulus ontleent deze aanwijzingen aan de leidingvan de Heilige Geest, die hij zo duidelijk ervaren had tijdens de jaren van het stichten, funderen en pastoraal verzorgen van talrijke gemeenten.

Het is wel merkwaardig dat mijn kanttekeningen bij deze brieven in een tijd verschijnen, dat de pioniers van het volle evangelie in ons land ook op een leeftijd zijn gekomen, dat zij hun arbeid in de gemeenten moeten overdragen aan een jongere generatie. Zij verlangen hierbij intens dat hun levenswerk geestelijk en ook praktisch in het juiste spoor zal worden voortgezet. De apostolische voorschriften die Paulus aan zijn opvolger gaf, waren ook voor hen van groot belang en tot voorbeeld bij het vormenvan de gemeenten. Ze blijven ook van kracht voor een geslacht dat in andere tijdsomstandigheden leiding moet geven.

Zelf heb ik vijf en twintig jaren in zo'n nieuw gevormde gemeente gearbeid en in verschillende situaties de richtlijnen van de apostel geraadpleegd. Ze waren voor mij als het ware tot een grondwet geworden. Tijdens de laatste jaren van mijn voorgangersschap heb ik de brieven aan Timotheüs op de bijbelstudie van onze gemeente behandeld en toen in de praktijk ervaren, dat de toestanden en problemen die Paulus erin beschrijft, ook nu nog voorkomen. Ik hoop dat de regels die de apostel in deze brieven geeft, maar ook mijn kanttekeningen die op de huidige praktijk van het gemeenteleven zijn gebaseerd, voor de voorgangers en leden van groot belang zullen zijn.

Tenslotte dank ik de Here voor de toegewijde medewerkers, die de verzorging van deze uitgave mogelijk maakten. Ook ben ik de lezers van 'Kracht van Omhoog' erkentelijk dat door hun financiële steun deze tekst-aan-tekstverklaring weer mogelijk was.

Gorinchem, september 1985

J.E. van den Brink

 
vorige pagina terug volgende pagina