Stichting Uitgeverij Rhemaprint

de Bergrede
door J.E. van den Brink

 
vorige pagina inhoud volgende pagina

Inleiding


 

De bergrede werd uitgesproken in het begin van Jezus' optreden. Zij sluit zich aan bilde prediking van Johannes de Doper en was erop gericht het volk los te maken uit de oude bedeling en de ogen te openen voor de mysteries van het Koninkrijk der hemelen, waarover Jezus in Galilea al had gesproken. Zij zou de schare gemeenschap geven met een Vader die in de hemelen was, een voor hen onbekend begrip. De rede op de Olijfberg aan het einde van Jezus' bediening houdt ons daarentegen bezig met hetgeen ná zijn opstanding zou geschieden en met de ontwikkelingen van het rijk Gods in een verre toekomst.

Opmerkelijk is het grote gezag waarmee de Heer in de eerste bergrede sprak, hoewel Hij inging tegen vele uitspraken, leringen, inzettingen en tradities van de leidslieden in zijn tijd. Ook hier sprak Jezus als machthebbende en niet als de schiftgeleerden, zoals de laatste woorden in de bergrede luiden. Heel duidelijk komt naar voren dat de Heer Zich bezighield met het wezen en met de volkomen vervulling van de wet. Hij openbaarde in zijn toespraak de hemelse Vader, zoals deze is: waarlijk goed, rechtvaardig, volmaakt, trouw en barmhartig.

Hij riep de scharen op om het beeld van de goede God te dragen en ging tevens van de mogelijkheid uit, dat zulks ook te realiseren zou zijn. Hij sprak zelfs over de Heilige Geest, die als het 'goede' aan zijn volk op hun gebed zou worden geschonken. In de bergrede horen wij alles 'wat Jezus begonnen is te leren' (Hand. 1:1). Zijn woorden zijn voorons nog van grote betekenis om ze te horen, te verstaan en te bewaren.

Buiten het inzicht van het Koninkrijk der hemelen met zijn kennis van de goede en kwade geestenwereld tracht men wel de bergrede te zien als een soort sociaal evangelie, dat de vrede op aarde zal brengen. De zaligsprekingen betreffen evenwel niet een humaan en goed bedoelend publiek, maar een volk van God dat de dingen wil gaan bedenken die boven zijn.

De bergrede is bedoeld voor mensen die zich willen losmaken van iedere geestelijke slavernij, teneinde de levende God te dienen in waarheid en gerechtigheid. Dit volk moet dan ook bevrijd worden van de onderwijzingen en lasten die hun leiders hadden opgelegd. Ook is de bergrede niet gegeven voor een bepaalde penode, die men wel de eeuw van het Koninkrijk noemt.

Men bedoelt daarmee dat de bergrede pas verkondigd mag worden in het duizendjarige rijk, wanneer de boze gebonden is. Jezus heeft evenwel zijn toespraak niet tot een bepaald tijdsbestek gelimiteerd, maar zij is onderdeel van het eeuwige evangelie, dat bedoeld was voor de scharen tot wie Hij Zich richtte, voor hen die nu leven, en zij zal opnieuw gebracht worden aan hen die in het millennium leven.

 
vorige pagina terug volgende pagina