de Bergrede
door J.E. van den Brink

Woord vooraf

Deze studie over de Bergrede is ontstaan, nadat ik gedurende enkele jaren over dit onderwerp had gesproken. Bij het voorbereiden van mijn toespraken raadpleegde ik uiteraard verschillende commentaren, waarmee ik mijn parate kennis vergrootte. Ik gebruikte ze als een woordenboek vanwege de zakelijke inhoud en om mijn benadering van de woorden van Jezus te controleren.

Deze uitleg van de Bergrede heeft niet de pretentie wetenschappelijk te zijn, maar de bedoeling is om de kinderen Gods te stichten en hun geloof op te bouwen. Verder schreef ik mijn preken helemaal uit, maar pas nadat ik ze gehouden had. Het voordeel hiervan was, dat zich onder het spreken nieuwe gedachten aandienden en ik bovendien leren kon van de reacties van de luisteraars. Ik stelde mij erop in zo eenvoudig mogelijk mijn gedachten over de diepzinnige woorden van Jezus door te geven en de inzichten aangaande het evangelie van het Koninkrijk der hemelen bij de hoorders te verrijken.

Bij onze Meester stond immers de verkondiging van deze boodschap aangaande het rijk Gods centraal. Hij gaf de opdracht dat dit eeuwig evangelie over de gehele aarde verbreid moest worden. Het evangelie óver Jezus, dat duidelijk maakt wat Hij voor ons door zijn lijden en sterven gedaan heeft, moet gevolgd worden door het evangelie ván Jezus, dat Hijzelf verkondigde, toen Hij rondtrok door de dorpen en steden. Met dit evangelie trachtte Jezus de schare los te maken van het traditionele, natuurlijke denken, opdat ze geestelijke mensen zouden worden.

De Bergrede is hiervan een uniek voorbeeld. De motto-tekst van deze verklaring drukt dit verlangen uit in de bede: 'Uw Koninkrijk kome'.

Een heel belangrijk gegeven in de Bergrede, dat verder in de bijbel nergens zo veelvuldig en duidelijk naar voren komt, is het fundamentele axioma van het reddingsplan, dat God enkel goed is. Hij is zelfs goed 'jegens de ondankbaren en bozen'. De discipel Johannes herinnerde zich later, dat hij van Jezus gehoord had, dat God enkel licht is en geen duisternis in Hem is. Jakobus, de broeder des Heren merkte nog op, dat God de Vader der lichten is, bij wie geen zweem van verandering voorkomt.

Bij het lezen van de Bergrede wordt ons liet nieuwe kleed aangeboden en de nieuwe wijn toegereikt. Ik bid dat de lezer overtuigd zal worden dat vanuit de geestelijke wereld gezien, deze uiteenzetting nieuwe perspectieven opent.

Gorinchem, januari 1988