Stichting Uitgeverij Rhemaprint

De Betekenis van de Doop
Door J.E. van den Brink

 
vorige pagina inhoud volgende pagina

4. De doop als bad
der wedergeboorte

 

Een nieuwe weg 


In Johannes 3:1 en 2 lezen wij dat Nicodémus, een overste der joden, op zekere nacht een gesprek met Jezus had. Volgens deze rabbijn werd algemeen erkend, dat de Meester een goddelijke opdracht had. 'Want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is.'

Tekenen en wonderen vinden hun oorsprong niet in de zienlijke, maar in de onzienlijke wereld. Wanneer zij gelovigen vergezellen, is dit een bewijs dat het Koninkrijk Gods gekomen is. Bij het optreden van Jezus werd de weg naar dit Koninkrijk geopend: de krachten van de toekomende eeuw - der nieuwe schepping - werden openbaar.

Wie de weg met Jezus gaan wil, zal burger van het Koninkrijk der hemelen moeten worden.

Het nieuwe verbond sluit nergens bij het oude verbond aan. Zomin als de hemel in het verlengde van de aarde ligt, zomin is het nieuwe verbond een voortzetting van het oude. Toen synagogebezoekers Jezus in Kapernaüm zagen optreden, waren zij zeer verbaasd 'zodat zij elkander vroegen zeggende: 'Wat is dit? Een nieuwe leer met gezag! Ook de onreine geesten geeft Hij bevelen en zij gehoorzamen Hem' (Marc.1:27).

In de prediking van dit onzienlijke Koninkrijk Gods ligt de oplossing van iedere menselijke nood: zijn redding, zijn verlossing, zijn genezing en zijn volkomen herstel. Voor allen die nog bij het oude verbond blijven geldt: 'Ziet, verachters, en verwondert u en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, dat gij voorzeker niet zult geloven, als iemand het u verhaalt' (Hand.13:41).

Wie Jezus wil volgen, moet radicaal met de oude weg breken. Hij moet de verheven weg nemen, dat is die in de onzienlijke wereld (Jes.35:8 St.Vert.). Het oude verbond was slechts een schaduw van de toekomende dingen.

Jezus wees Nicodémus op dit volkomen nieuwe, op deze hemelse weg, met de woorden: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien' (Joh.3:3).

 

Wedergeboorte 


Wanneer de mens zich van zijn oude weg, die hem geen heil schonk, bekeert, en zijn geloof op God richt, antwoordt Deze door hem nieuw leven te schenken. Uit het contact met God die geest is, wordt door middel van het woord de nieuwe mens geboren. Door dit geboorteproces krijgt deze deel aan de hemelse werkelijkheid. Hij wordt ingeschreven als burger in het Koninkrijk der hemelen, in het nieuwe Jeruzalem. Alleen vanuit deze positie als kind van God kan een volkomen overwinning behaald worden op het rijk der duisternis, dat zich in de mens openbaart door zonde, ziekte en dood. De herboren mens heeft niet een strijd op aarde zoals de gelovigen in het oude verbond, maar een strijd in de hemelse gewesten (Job 7:1 St.Vert. en Ef.6:12).

De wedergeborene heeft naar de inwendige mens de onzienlijke God tot Vader. Hij is nu geboren 'niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God' (1 Petr.1:23). Dit onvergankelijke of geestelijke zaad dat uit de Vader komt, is het woord. Door middel hiervan wordt het geloof van de mens op God gericht, want het geloof is door het gehoor.

Bij de wedergeboorte wordt de geest die door zonden en misdaden gevangen gehouden wordt in de dood, vrij en levend. Het woord van God heeft immers de schuld van de mens weggenomen en daarom behoeft deze niet langer in de duisternis te verkeren. Hij gelooft naar het woord in de vergiffenis van zijn zonden door het bloed van Jezus en wordt dan als een rechtvaardige overgezet in het rijk van God. De mens heeft dan een vernieuwde geest.

God had ook mensen kunnen formeren die met elkaar een nieuwe schepping zouden vormen. Hij deed dit echter niet. God creëert uit de eerste schepping de nieuwe; daarom sprak Jezus tot Nicodémus: 'Tenzij' iemand geboren wordt uit water en geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan' (Joh.3:5).

Het beeld van het woord van God is het water. Nicodémus die de Schriften moest kennen, kon dit weten uit Jesaja 55:10,11, waar het woord van God vergeleken wordt met de regen en de sneeuw die van de hemel neerdalen. Jezus zelf sprak tot zijn discipelen: 'Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb' (Joh.15:3). Hun innerlijke mens was dus gewassen. Paulus schreef in 1 Corinthiërs 6:11 aan voormalige zondaars: 'Gij hebt u laten afwassen'. Dit was geschied doordat zij in de prediking van de apostel hadden geloofd.

In Titus 3:5 is sprake van 'het bad der wedergeboorte' en in Hebreeën 10:22 lezen we over 'een lichaam, dat gewassen is met zuiver water'. De waterdoop beeldt dit reinigingsproces duidelijk uit.

De wedergeboorte is een innerlijke 'vernieuwing van denken' door het levende woord van God. Het denken dat verbonden was met zonde, leugen, wetteloosheid en dood, is nu gereinigd en verbonden met het leven, de gerechtigheid en de waarheid van het woord van God, dus met het denken van God. De laatste Adam, het vleesgeworden Woord, is 'een levendmakende geest'. In deze tekst uit 1 Cor. 15:45 zien we duidelijk dat het woord de geest vernieuwt of levend maakt. Het is de menselijke geest die door de kracht van het woord Gods en zijn reinigende werking wordt herboren en zijn intrede doet in het Koninkrijk Gods. Wij schrijven daarom het woordje 'geest' in Johannes 3:5 niet met een hoofdletter, maar met een kleine letter. De uitdrukking 'uit geest geboren' staat tegenover 'uit vlees geboren', waarbij de geestelijke wereld tegenover de natuurlijke wereld geplaatst wordt, en het geestelijke denken tegenover het natuurlijke denken dat zich slechts bezig houdt met wat zintuiglijk waarneembaar is.

Het natuurlijke leven ligt onder beslag van de overste der wereld aan wie de wedergeboren mens wordt onttrokken, want de apostel schrijft: 'Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde' (Col.1:13).

De uitdrukking 'wederom' geboren, kan ook vertaald worden door 'van boven' geboren.

Men vindt deze uitdrukking 'van boven' bijvoorbeeld in Johannes 3:31 en 19:11: 'Die van boven komt, is boven allen'. 'Indien het u niet van boven gegeven ware.' Het woord 'boven' wijst op de onzienlijke wereld, namelijk het Koninkrijk Gods.

Van 'boven' geboren betekent dus een geboorte in de geestelijke wereld. Door deze geboorte ziet men de dingen van het Koninkrijk Gods met geestelijk oog. Men verstaat hoe dit werkt, krijgt inzicht in de wetten des Geestes en men wordt vernieuwd door onzienlijke, geestelijke krachten.

 

Als de wind 


De oude schepping is uit vlees geboren. Er is sprake van bloed, van de wil des vlezes, de wil des mans; dus van een natuurlijke afstamming. Bij de wedergeboorte wordt gezegd: 'Doch die uit God geboren zijn' (Joh.1:13). Hier is dus sprake van de wil van God en van zijn plan. Nicodémus kende deze geestelijke wereld niet, zoals ook velen in onze tijd niets begrijpen van het deelgenoot zijn der hemelse roeping (Hebr.3:1). Voor deze Jood, die een natuurlijke afstammeling van Abraham was, betekende wedergeboorte 'voor de tweede maal in de moederschoot ingaan en geboren worden' (Joh.3:4), dus opnieuw langs natuurlijke weg. De nieuwe schepping is evenwel niet zichtbaar voor aardse ogen. Zij is als de wind: 'Hij blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heen gaat: zó is een ieder, die uit de geest geboren is' (Joh.3:8). De nieuwe schepping is als de oorsprong van de wind. Zij ontstaat op verborgen wijze in de inwendige mens.

Door het getuigenis van deze nieuwe mens hoort men het geluid van zijn vernieuwde geest. Men weet zijn richting en ervaart zijn kracht, zoals bij de wind. Maar men weet niet waar deze heengaat, zoals er ook staat: 'Nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen' (1 Joh.3:2). Het uiteindelijke doel dat het kind van God in het plan van de Schepper heeft, is nog niet bekend.

Wanneer bij de wedergeboorte de geest levend wordt, wordt ook de ziel gereinigd en krijgt deze nieuw leven. De mens ontvangt een 'nieuw hart'. Het zieleleven is het onzichtbare, natuurlijke leven. Hiertoe behoren het hart als beeld van het gevoelsleven: liefde en haat, blijdschap en verdriet, en verder de wil, het verstand en de begeerte. De ziel wordt gereinigd, omdat het bloed van Jezus de schuld wegneemt en daarna wordt de innerlijke mens vernieuwd.

Door de geest die nu met God verbonden is, komt het nieuwe leven ook in de ziel. 'Gun leven aan mijn ziel' (Ps.119:88 berijmd). De schat des toorns is weggedaan en de mens kan nu beginnen zich schatten in de hemel te vergaderen. (Rom.2:5 St.Vert. en Matth. 6:20). Op deze wijze openbaren zich in de zichtbare wereld de wedergeboren mensen zich als veranderde mensen. Zij manifesteren dit in het doen van gerechtigheid. 'Erkent dan ook, dat een ieder, die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is.' 'Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde.' 'Wat uit God geboren is, overwint de wereld (1 Joh.2:29, 3:9 en 5:4).

 

De doop 


In Titus 3:5 staat dat God 'naar zijn ontferming ons gered heeft door het bad der wedergeboorte.' In de doop wordt dus de geestelijke en onzienlijke geboorte uitgebeeld. Wanneer een gelovige zich laat dopen, getuigt deze dat hij eenmaal in de natuurlijke wereld leefde. Het water dat hem omringt, is hiervan het beeld. Maar hij verrijst uit dit water. Hij werd getrokken uit de duisternis tot het licht, uit het rijk van satan tot God, van een dienstknecht der zonde werd hij een kind van God.

In Efeziërs 5:25 en 26 staat: 'Evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord.' Wie zich laat dopen, getuigt dat hij een nieuw mens is geworden. Voor hem geldt: 'Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb' (Joh. 15:3). De Heer zegt: gij zijt nu rein, gij zijt nu heilig, gij zijt nu rechtvaardig, gij zijt nu een erfgenaam van God en een medeërfgenaam van Christus. Gij zijt een koning en een priester, gij zijt mijn zoon en mijn eigendom. De rechtvaardige leeft door geloof aan deze woorden Gods.

Nooit kan een zuigelingbesprenging dit mysterie van de wedergeboorte uitbeelden. Wanneer iemand door Johannes gedoopt werd, stond hij op als een rechtvaardig mens. Maar wanneer iemand opstaat uit de doop die Jezus instelde, heeft hij beleden een wedergeboren mens te zijn.

De wedergeboorte vindt plaats in de onzienlijke wereld. Hierbij is geen sprake van een lijn der geslachten. Geen natuurlijke afkomst en geen kerk der vaderen is van enig belang. De wedergeboorte tilt de mens uit de zienlijke wereld en plaatst hem in de onzienlijke. Van dit onzienlijke gebeuren in zijn leven getuigt de christen in de zienlijke wereld door de doop. Hij getuigt van het werk dat God in zijn leven verricht heeft. Hij getuigt dat bij hem het oude voorbij is en het nieuwe leven gekomen is. In de kinderdoop missen wij de bekering, het geloof aan schuldvergeving en de wedergeboorte. De kinderbesprenging grijpt alleen naar de zienlijke wereld. Daarom heeft de kinderdoop geen enkele betekenis in het Koninkrijk Gods. Hij vormt echter wel een barrière om tot de ware doop te komen. De bijbel zegt dat het natuurlijke eerst komt en daarna het geestelijke (1 Cor.15:46). De leer van de 'veronderstelde wedergeboorte', die ervan uitgaat dat een kind vóór zijn natuurlijke geboorte wederom geboren kan zijn, is daarom onschriftuurlijk. 'En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hébben, zo zúllen wij het beeld van de hemelse dragen' (1 Cor.15:49). Een kind draagt dus het beeld van de stoffelijke en ontwikkelt zich op natuurlijke wijze. De wedergeborene draagt in beginsel het beeld van Jezus en kan volledig dit beeld van de Zoon gelijkvormig worden. Getuigen van wat God in het leven van een mens doet en van zijn vernieuwing wekt de felle vijandschap op van de machten der duisternis. Zij inspireren de natuurlijke mens dan ook om dit getuigenis te haten en vast te houden aan het surrogaat dat hij ervoor in de plaats stelde. Is het wonder dat de kinderdoop in deze wereld op geen enkel verzet stuit en er nog nooit iemand voor vervolgd werd? Terwijl de ware doop als getuigenis van de wedergeboren mens door de machten der onzienlijke wereld gehaat wordt!

Van de tweeduizend bloedgetuigen die onze Nederlandse geschiedenis kent, waren 73 % dopers!

Wij moeten dus kiezen tussen een besprenging van kinderen, welke rust op menselijke overwegingen, beïnvloed door de boze, óf een doop uit de hemel, die Jezus zelf voor gelovigen en wedergeborenen instelde. Voor de goede keuze moet de mens de prijs betalen en het kruis der verdrukking op zich nemen, bestaande uit smaad, verachting en hoon.

 
vorige pagina inhoud volgende pagina