Stichting Uitgeverij Rhemaprint

Tongentaal
Door P. Bronsveld

 
vorige pagina volgende pagina

Spreken in tongen; waarom eigenlijk?


 

Amerikanen zijn zakelijk. Ze vragen gauw: Wat heb je eraan, wat levert het op? Ze zijn geestdriftig over 'efficiency', over doelmatigheid.

In opdracht van de Dienst voor de Volksgezondheid in Washington deed de psycholoog John P. Kildahl een diepgaand onderzoek naar de geestelijke volksgezondheid over een periode van vijf jaar. Ook christenen die persoonlijk bekend zijn met het verschijnsel van de glossolalie - het bijbelse spreken in tongen of vreemde talen - werden in dit onderzoek betrokken. In zijn rapport merkt dr. Kildahl hierover onder andere het volgende op: 'Het onderzoek wijst uit dat degenen die in tongen spreken normaal(!) zijn. Depressies komen bij hen minder voor dan bij degenen die niet in tongen spreken'.

Deze psycholoog heeft het dus wetenschappelijk aangetoond: tongensprekers behoren tot een normaal slag mensen. Dat is op zichzelf al een verrassend gegeven.

Degenen die de glossolalie uit persoonlijke ervaring kennen, vormen immers slechts een klein percentage van de christenheid. Alleen al dàt feit maakt ze verdacht. Buitenbeentjes, die niet zijn als de rest, 'daar zal wel een steekje aan los zijn....'

Ondanks de kritiek, ondanks het feit dat men door velen maar slecht begrepen wordt, zouden volle-evangeliechristenen en pinkstermensen deze gave niet graag willen missen. De conclusie van dr. Kildahl, dat 'tongensprekers' normale mensen zijn die net dàt beetje extra veerkracht hebben, waardoor ze de slagen van het leven beter het hoofd kunnen bieden dan de rest, verwondert hen helemaal niet; Die dekt volledig hun persoonlijke ervaring. Het spreken in tongen doet je goed, hebben ze vastgesteld. Het schenkt je rust. Verdiept je blijdschap en wekt een geestelijke vitaliteit die heel je handel en wandel doortrekt. De glossolalie werkt als een therapie voor de diepere lagen van je persoonlijkheid. Vóór er uit het bewuste leven van een kind van God de heerlijkste harmonieën tot eer van de Hemelse Vader kunnen opruisen, moet er diep in de inwendige mens herstel worden gebracht. Moet er worden gebouwd, vernieuwd. Spanningen moeten er plaats maken voor een diep onderliggend vertrouwen, onrust voor vrede, wanhoop voor perspectief, verwarring voor harmonie. En het spreken in tongen is een instrument om vanbinnenuit aan het zoeken naar harmonie te werken.

Als dr. Kildahl de apostel Paulus in zijn onderzoek had kunnen betrekken, zou hij deze apostel - laten we dat maar aannemen - qua geestelijke gezondheid boven de middelmaat bevonden hebben. En deze apostel sprak in tongen! Hij was er zelfs zo'n enthousiast beoefenaar van, dat hij de Corintische gemeente - die toch ook een aardig woordje in tongen mee wist te spreken - schrijven kon: 'Ik dank God dat ik meer dan gij allen in tongen spreek.....' (1 Cor. 14:18). Paulus wist uit eigen ervaring wat een aanwinst de glossolalie voor het persoonlijke geloofsleven kan betekenen. Vandaar dat hij met overtuiging stelde: 'Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf.....' (1 Cor. 14:4).

Gelovigen van het 'volle evangelie' kunnen daarvan meepraten. Een van hen getuigt: 'Deze gave betekent een enorme verrijking van mijn gebedsleven. Ik weet nu eigenlijk pas goed wat het wil zeggen een levend, persoonlijk kontakt met God te ervaren. Wanneer ik bid in de taal die de Heer mij gaf, ervaar ik voor Hem een liefde en een heilig ontzag, zoals ik dat bij het bidden met mijn verstand maar zelden heb ervaren'.

Hiermee is wel de essentie van het spreken in tongen weergegeven. Het is een vorm van gebed die langs je verstand heen gaat. De woordenstroom komt door de volheid van de Heilige Geest voort uit de diepste lagen van je persoonlijkheid, uit je geest, je hart, je inwendige mens. Je verstaat zelf niet wat je zegt, maar je ervaart dat God je begrijpt. Jezus sprak: Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt; stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zei Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden'.

Normaliter worden de gedachten die uit ons innerlijk opkomen geregistreerd door ons verstand. Hier worden ze gevormd tot woorden en zinnen, waarna we ze met de mond uitspreken. We maken daarbij gebruik van klanken die op zichzelf geen betekenis hebben, maar die systematisch geordend, onze gedachten vertolken. Zoals de regels bij het schaken een oneindig aantal mogelijkheden bieden aan het spel, zo vormen deze klanken een code om telkens nieuwe combinaties over nieuwe onderwerpen vanuit onze inwendige mens tot uiting te brengen. Daarmee wordt het spreken - en zodoende ook het bidden - een hoogst inspannende, intellectuele bezigheid. En dàt is nu juist de remmende factor bij het gebed. We mogen onszelf heel knap vinden, maar als het op bidden aankomt, weten we daar vaak maar weinig raad mee. Onze woorden schieten te kort.

Dat zoeken naar woorden wil de Heilige Geest van ons overnemen. De Bijbel zegt: 'Wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen'(Rom. 8:26). Waar woorden ontbreken, wil de Heilige Geest zijn woorden op onze lippen leggen. Dat is wat gebeurt bij het spreken in tongen!

Wie in zijn eigen taal bidt, moet bewust met het verstand de woorden voortbrengen die 'vertalen' wat hij zeggen wil. Bij het bidden in tongen neemt de Geest die functie van ons over. Vandaar dat de apostel uit eigen ervaring zeggen kon: 'Indien ik bid in een tong, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft onvruchtbaar' (1 Cor. 14:14).

Wat is nu de waarde van dit spreken in vreemde talen als je zélf niet verstaat wat je zegt? Je zou het kunnen vergelijken met de sfeer waarin een baby zijn eerste woordjes leert zeggen. De kleine neemt de woorden van zijn moeder over en reproduceert deze al pratende, hoewel hij van de inhoud aanvankelijk maar weinig begrijpt. Het leert naar de moeder te luisteren en haar woorden wéér te geven in de geborgenheid van eigen huis en daarbij ook het klimaat te onderscheiden dat van moeder uitgaat en de sfeer van vrede en vrolijkheid in zich op te nemen.

Iets dergelijks gebeurt bij een kind van God dat in tongen spreekt. Hoewel het zich dat niet bewust is, vangt het diep in de inwendige mens het spreken van de Heilige Geest op, die immers bij hem woont en hem ook met zijn aanwezigheid vervullen wil. Zoals het kind door moeder na te spreken de liefdevolle sfeer die van haar uitgaat in zich opneemt, zo kunnen Gods kinderen in het klimaat van zijn Koninkrijk worden binnengevoerd door de klanken uit te spreken die de Heilige Geest hun 'voorzegt'. Judas, de broeder van Jezus, moet daarop gedoeld hebben, toen hij schreef: 'Maar gij geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest!'(vers 20).

Het fijne van deze gave van de Geest is, dat de waarde van het spreken in tongen verder reikt dan dit 'directe' kontakt met God diep vanuit de menselijke geest. Wie regelmatig in tongen bidt, zal ontdekken dat ook zijn verstandelijk gebedsleven wordt vernieuwd. Hoewel men bij het spreken in tongen doorgaans niet exact weet wat de betekenis is van de woorden die men uitspreekt, herkent men toch meestal wel met wat voor soort gebed men bezig is. Soms geeft de inwendige mens duidelijk uiting aan dankbaarheid tijdens het tongengebed, dan weer aan bewogenheid over nood die men de Heer voorlegt. Soms uit de glossolalie zich als een liefdevolle aanbidding, soms ook als een duidelijke strijd tegen machten die blijkbaar pressie op het innerlijke leven uitoefenen.

Bovendien is er niet zelden sprake van een duidelijke bewustwording van waar men exact mee bezig is. Terwijl men in tongen bidt, komt ook het verstand onder het beslag van de Heilige Geest en kan men heel concreet meebidden met wat in tongen uitgesproken wordt.

 
vorige pagina terug volgende pagina