>KvO zoekt het hogerop
>Ontwikkeling van het blad
>J. E. van den Brink
>Beukenstein in, Broederschap uit
>De Hoge Weg
>Kracht van Omhoog Gemeenten
>De hoge weg passeert de grenzen
>De Utrecht groep
>Nogmaals Van den Brink
>Stichting
|
Geschiedenis van Kracht van Omhoog
Onderstaande tekst komt uit het boek
Pinksteren in Beweging,
vijfenzeventig jaar pinkstergeschiedenis in Nederland en Vlaanderen, door
C. van der Laan en P.N. van der Laan.
(Uitgeversmaatschappij J.H. Kok - Kampen 1982,
ISBN 90 242 2213 3)
Dit boek schetst het ontstaan van Kracht
van Omhoog. Een deel van de weergegeven informatie is inmiddels
achterhaald, maar het geeft een goed beeld van de situatie ten
tijde van de publicatie, begin jaren 80.
Hoofdstuk 10
Kracht van Omhoog zoekt het hogerop
'Kracht van Omhoog' dankt haar landelijke bekendheid aan het
gelijknamige blad, dat sinds1937 veschijnt. Als uitgeverij van
boeken is zij eveneens een goede bekende, niet in het minst vanwege
de door haar uitgegeven combizangbundel. In dit stuk wordt met
de naam 'Kracht van Omhoog' bovenal de leer aangeduid, welke zich
concentreert op de 'strijd in de hemelse gewesten', ook wel 'De
hoge weg' of 'De leer van het koninkrijk der hemelen' genoemd.
Het ontstaan hiervan is terug te voeren naar de Beukensteinperiode
(1960 tot 1968). De geestelijke vader J. E. van den Brink begon
toen hetgeen in de praktijk gebeurde, dogmatisch uit te werken
en er bekendheid aan te geven. Zodoende is het blad 'Kracht van
Omhoog' de koerier van een weg die nog hoger voert.
Ontwikkeling van het blad
Het blad werd in 1937 door Piet Klaver opgericht. In de beginfase
werkte Nico Vetter mee als redaktielid. Het verscheen als een
plaatselijk blad van de pinkstergemeente te Amsterdam. Het telde
vier pagina's en had een geringe oplage. In 1941 kwamen de gebroeders
Henk en Jo van den Brink in de redaktie. Tot 1958 was H. van den
Brink de eindredakteur. De opzet was er een landelijk blad van
te maken, hetgeen in de oorlogsjaren natuurlijk niet gemakkelijk
was. De eerste oplage bedroeg 250 exemplaren, welk aantal voortdurend
zou stijgen. Ondanks een verschijningsverbod kon het tijdens de
oorlog toch blijven uitkomen. Door een administratieve fout was
namelijk wel een papiertoewijzing verkregen. En een papiertoewijzing
veronderstelde een verschijningsvergunning. Na de oorlog groeide
het blad uit tot het belangrijkste nationale pinksterblad. In
1958 werd J. E. van den Brink de eindredakteur. Rond 1960 was
de oplage gestegen tot 12.000 à 13.000 exemplaren. In 1967
zelfs tot 17.000. Het blad werd binnen èn buiten pinksterkringen
veel gelezen. De inhoud was dan ook erg gevarieerd. Trouwens de
redaktie was dat niet minder: twee Gereformeerden, één
Hervormde en twee pinksterbroeders. Respectievelijk: Dr. R. H.
Borkent, P. W. van den Dries, J. van Gijs, P. Klaver en J. E.
van den Brink. Steevast werden er boeiende artikelen geplaatst
van mensen als: Corrie ten Boom, Anne van der Bijl, Sidney Wilson,
Wim Kuin of A. C. Reuyl. 'Kracht van Omhoog' begon tevens boeken
uit te geven en te verspreiden. In 1959 werden 30.000 boeken verkocht.
Een bestseller was het boekje van Jan van Gijs: 'Op zoek naar
waarachtig geluk'.
En toen kwam Beukenstein. Door het Beukensteingebeuren, waar het
blad zo nauw bij betrokken was, kwam Kracht van Omhoog in de branding.
Een nieuwe koers werd uitgezet. De samenstelling van de redaktie
wijzigde drastisch, mede door het overlijden van Jan van Gijs.
Het blad onderging een wezenlijke verandering. De inhoud werd
meer en meer toegespitst op de strijd in de hemelse gewesten.
In de loop der jaren liep de oplage aanzienlijk terug tot 6.000
exemplaren in 1982. Het blad fungeerde toen voornamelijk als contactblad
voor de gemeenten welke op dezelfde leer waren georiënteerd.
Naast het blad gaf 'Kracht van Omhoog' boeken, brochures en zangbundels
uit. De redaktie wordt thans (1982) gevormd door: J. E.
van den Brink, W. Buining en P. Bronsveld. Sinds 1 januari 1982
is P. Bronsveld de eindredacteur.
J. E. van den Brink
Johannes Emmanuel van den Brink werd op 6 februari 1909 te
Haarlem geboren. Zijn ouders waren Gereformeerd. Van jongsaf werd
hem eerbied en liefde voor Gods Woord bijgebracht. Tijdens zijn
opleiding aan de Christelijke Kweekschool te Dordrecht, volgde
hij lessen in dogmatiek en kerkgeschiedenis. In 1933 trouwde hij
met Arina voor den Dag. Uit het huwelijk werden zes kinderen geboren:
vijf meisjes en één jongen. Jarenlang was Van den
Brink onderwijzer op een MULO. Hij kwam in contact met de open
broeders van de Vergadering van Gelovigen en daarna met een Vrij
Evangelische groep. In de pinkstergemeente te Amsterdam maakte
hij kennis met de pinksterboodschap. In 1936 werd hij
gedoopt met de Heilige Geest. Kort daarna werd hij door P. Klaver
in water gedoopt. Niettemin bleef hij tot 1944 lid van de Gereformeerde
kerk. In het septembernummer van de eerste jaargang van Kracht
van Omhoog verschenen zijn eerste pennevruchten als pinksterschrijver.
Vanaf maart 1941 werkte hij onafgebroken aan het blad mee. In
1958 was hij nauw betrokken bij de organisatie van de Osborn campagne.
In hetzelfde jaar begon hij met het houden van huissamenkomsten
in zijn woonplaats Gorinchem. Hieruit ontstond een gemeente waarvan
hij de voorganger werd. In 1960 was hij een van de oprichters
van de 'Volle Evangelie Zakenlieden'. Overal in het land vervulde
hij spreekbeurten. Al deze activiteiten eisten zoveel tijd op,
dat hij zijn beroep als onderwijzer moest opgeven. In februari
1960 kwam bij volledig in dienst van de stichting Kracht van Omhoog.
In dat jaar begonnen de Beukenstein conferenties, welke de bediening
van Van den Brink ingrijpend zouden veranderen.
Beukenstein in, Broederschap uit
In de praktijk van Beukenstein werden bij kinderen Gods demonen
uitgedreven. Van den Brink begon dit gegeven in zijn blad bijbels
te verantwoorden. Zo ontwikkelde zich een demonenleer: 'Onder
het demonenblinde christendom doet de Here de boodschap verkondigen,
dat de strijd van de christen tegen de machten in de hemelse gewesten
concreet en reëel is. Zonde, ziekte, neerslachtigheid, nervositeit
en angstgevoelens staan in verband met het rijk der boze geesten.
In deze toch al roerige jaren begon hij tevens de traditionele
erfzondeleer scherp te veroordelen. Hij stelde daar tegenover
dat een mens uit zichzelf niet zondig is en dat elke zonde wordt
veroorzaakt door contact met een boze geest. Veelzeggend is de
titel van zijn boekje dat later hierover uitkwam: 'Erfzonde of
Duivelswerk? Inzake zijn demonenleer en afwijzing van de
leer dat de mens zondig is, kwam hij in conflict met de Broederschap
van Pinkstergemeenten, waarvan hij destijds deel uitmaakte. De
Broederschap distantieerde zich van zijn leringen. Toen in 1966
de Broederschap werd gereorganiseerd en elk lid de opgestelde
geloofsregels diende te onderschrijven, stapte Van den Brink er
uit. De tegenstellingen werden de komende jaren steeds sterker.
In 1966 verschenen zijn eerste artikelen over het geestelijk Israël.
Hierin verwierp hij de in Pinksterkringen gangbare visie, dat
er een herstel zal zijn van het natuurlijk Israël. In 1981
kwam zijn Israëlvisie in de negatieve belangstelling, toen
de STIBA (Stichting ter bestrijding van het antisemitisme) hem
beschuldigde van antisemitisme. Het proces dat zij tegen Van den
Brink aanspande, verloor zij. De rechter stelde vast dat het hier
slechts een theologisch geschilpunt betrof en er geen sprake was
van volkendiscriminatie.
In 1966 begon hij eveneens te schrijven over de eindtijd. Op niet
mis te verstane wijze kegelde hij ook op dit terrein een aantal
in Pinksterkringen aanvaarde stellingen omver. Hij verweet de
pinksterbeweging, dat deze klakkeloos de toekomstverwachting van
de maranathabeweging had overgenomen. Aan het einde van het Beukensteintijdperk
sprak C. de Groot een profetisch gezicht uit waarin werd gesproken
van een hogere weg.
De Hoge Weg
De nieuwe kijk op het strijden tegen de boze geesten in de
hemelse gewesten, werd voortaan getypeerd als 'De hoge weg' of
'De leer van het Koninkrijk der hemelen'. Het hield volgens Van
den Brink een absolute breuk in met de historische kerken en 'de
leer der vaderen': 'Hoewel wij bewondering hebben voor de ijver
en de inspanning om de Heer te dienen, die vele voorvaderen hadden,
kunnen wij toch slechts met medelijden aan hen denken, want zij
waren onbekend met het volle heil. Hun ijver was een ijver zonder
inzicht.' Maar het betekende tevens een scheiding tussen de pinksterchristenen.
In 1967 schreef Van den Brink: 'Na dertig jaar 'Kracht van Omhoog'
bevindt de pinksterbeweging in ons land zich in een nieuwe fase.
Met elkaar staan we op een groot plein, vanwaar men in tal van
richtingen uiteen kan gaan. Velen menen dat zij de pinksterervaring
aan inzichten en meningen uit het verleden kunnen koppelen. Zij
zien niet in dat de doop in de Heilige Geest een volkomen nieuwe
visie op de ganse Heilige Schrift geeft, omdat hij tot een nieuwe
wandel in de hemelse gewesten voeren moet. Zij verbinden hem aan
de talrijke dwalingen en verkeerde inzichten van hun vroegere
kerk, kring of beweging. Door middel van ons blad hopen wij echter
voort te gaan het volle evangelie, de ganse raad Gods, bekend
te maken. Vanaf het plein hebben wij doelbewust één
richting gekozen, namelijk de hoge weg door de hemelse gewesten.
Niet alle medewerkers van 'Kracht van Omhoog' konden Van den Brink
volgen in de nieuwe koers: 'De Heer heeft het evenwel zo geleid,
dat allen die de voortschrijdende inzichten aangaande het Koninkrijk
der hemelen niet deelden, de redaktie en het bestuur der stichting
verlieten.' Bij het ingaan van de 45ste jaargang schreef hij verder:
'Ik weet dat ik op de juiste weg ben gekomen, die ik ook tot het
einde toe wil bewandelen. Met 'Kracht van Omhoog' zoals het nu
is, zet ik niemands werk voort, maar pionier in het terra incognita
van de hemelse regionen, zoals Jezus het voorbeeld gaf en de sleutels
ervoor ook aan mij reikte.' Het gebruik van de drie sleutels:
God is goed, de duivel is slecht en Christus is Heer, leidde tot
de 'God is enkel goed' gedachte: 'Het is wel merkwaardig dat niemand
vóór het optreden van Jezus ooit gezien heeft, dat
God enkel goed is. De Heer heeft dit geheimenis aan zijn discipelen
bekend gemaakt. Indien je dit axioma niet aanvaardt, ga je dolen
in de hemelse gewesten. God is de Vader der lichten en nooit mag
je iets dat duister is, aan Hem toeschrijven.' Dit bracht Van
den Brink onder andere op de uitleg dat Abraham de opdracht om
Isaäk te offeren (Genesis 22), niet van God ontving, maar
van de duivel. Evenzo dat het offer van Jezus Christus niet ter
genoegdoening van God, maar ter genoegdoening van de duivel was
gebracht.
Kracht van Omhoog Gemeenten
'Kracht van Omhoog' is weliswaar geen kerkorganisatie, maar
wel zijn een groot aantal gemeenten op dezelfde leer georiënteerd.
Enkele bestaande pinkstergemeenten zijn door het werk van Beukenstein
geestelijk vernieuwd geworden. De meeste van de betrokken gemeenten
zijn evenwel als gevolg van Beukenstein geboren. Door het starten
van samenkomsten in huiskamers en zaaltjes, zijn overal in het
land nieuwe gemeenten ontstaan; meestal onder de naam 'Volle Evangelie
Gemeente' in plaats van 'Pinkstergemeente'. De gemeenten hebben
onderling een uitstekend contact. In de 'Open Hof' te Ede worden
verschillende malen per jaar landelijke ontmoetingsdagen gehouden.
Sinds 1976 komen bij tijd en wijle alle voorgangers en oudsten
te Amersfoort bijeen. Tevens is het land verdeeld in regio's:
Noord, Midden, Zuid en West. De regio's hebben eigen contact,
jeugd en gezinsdagen. Tijdens de zomer worden door het blad Kracht
van Omhoog 'Volle Evangelie Vakantieweken' georganiseerd. Met
bewonderenswaardige ijver wordt de boodschap van het Koninkrijk
der hemelen verspreid. Dit gebeurt in de eerste plaats door middel
van het blad en de vele boeken die Kracht van Omhoog uitgeeft.
Voor slechtzienden zijn er zelfs gesproken boeken op geluidscassettes
verkrijgbaar.
De hoge weg passeert de grenzen
Reeds tijdens de Beukensteinperiode zijn er contacten met
het buitenland gelegd. Dit heeft geleid tot het verschijnen van
vier buitenlandse edities van het blad Kracht van Omhoog, te weten:
Frans, Engels, Italiaans en Portugees. Van de boeken van J. E.
van den Brink zijn verschillende in vier talen vertaald. De internationale
cassettedienst 'VOX' stuurt de boodschap in zeven talen per postbode
de wereld in. In Engeland, Zwitserland en een enkele keer in Nederland,
worden soms internationale opbouwweken gehouden. In ZuidItalië
en in Brazilië is een zendingswerk ontstaan, dat door de
gemeenten in Nederland wordt ondersteund.
De Utrecht groep
De 'voorgangersdagen', tijdens Beukenstein begonnen, werden later
'ontmoetingsdagen', open voor iedereen. De voorgaande broeders
kwamen op deze dagen nauwelijks aan elkaar toe. Vanuit een groeiende
behoefte naar meer collegiaal contact, ontstond de 'Utrecht groep'.
In 1973 werden in Utrecht de bijeenkomsten voor voorgangers en
oudsten gestart. Begonnen als een ontmoetingsmogelijkheid binnen'Kracht
van Omhoog', groeide men langzamerhand naar een eigen identiteit
toe. Zo ontstond er naast de gemeenten rondom het blad 'Kracht
van Omhoog', gemakshalve hier 'Gorinchem groep' genoemd, een tweede
groep van gemeenten, de 'Utrecht Groep'. De Gorinchem groep telde
in 1981 31 gemeenten en de Utrecht groep 22, waarvan een aantal
dubbel zijn aangesloten. De Utrecht groep verkiest een mildere
houding en wenst contact met overig Pinkster Nederland. Bijna
al de betrokken gemeenten hebben haar wortels in Beukenstein.
Leerstellig staan zij inzake de demonenleer (het uitdrijven van
demonen uit kinderen Gods), het geestelijk Israël en de afwijzing
van de erfzonde, in theorie op het zelfde vlak, maar zijn in de
praktijk gematigder. Een deel van hen staat afwijzend tegenover
de later opgekomen Godisenkelgoedgedachte en vooral tegenover
de Schriftexegese waartoe deze heeft geleid. De Utrecht groep
komt zes tot acht maal per jaar voor een ontspannen geestelijk
contact bijeen. Het is zuiver gericht op gemeenschap, zonder verdere
organisatorische verplichtingen. Alle overige activiteiten berusten
bij de plaatselijke gemeenten. Het landelijk werktearn (van 1981)
bestaat uit: R. A. de Graaf (Utrecht), H. Blankenspoor (Den Haag),
P. Herremans (Rotterdam) en R. Polderman (Antwerpen).
Onder enkele gemeenten welke tot de Utrecht groep gerekend mogen
worden, valt een boeiende ontwikkeling waar te nemen. Op initiatief
van de volle evangelie gemeente te Santpoort (gebouw Berea), hebben
in augustus 1981 zes gemeenten een gezamenlijke vakantiebijbelweek
gehouden. Het buitengewone verloop van deze feestelijke vergadering
nodigt zeker uit tot een herhaling . De gemeente in Santpoort
is door haar avondbijbelschool al jarenlang een goede bekende.
Het vroegere bijbelschoolblad 'Herstel' wordt sinds maart 1980
als een landelijk blad uitgegeven. De opzet is om door middel
van dit blad de vorming van plaatselijke gemeenten te stimuleren
en tevens de landelijke eenheid te bevorderen.
Nogmaals Van den Brink
In 1981, na precies veertig jaar in 'Kracht van Omhoog' werkzaam
te zijn geweest, heeft Van den Brink op een bestuursvergadering
te kennen gegeven het wat rustiger aan te gaan doen. Dat zij deze
reus uit de Pinksterbeweging zeker vergund. Hij is een van de
oudste pinksterleiders van ons land en in het schrijven beslist
de allerijverigste.
Al deze jaren is zijn vrouw een grote steun voor hem geweest.
Bovendien werken verschillende van zijn kinderen volop in de arbeid
mee. Zijn schoonzoon Peter Bronsveld lijkt de aangewezen man om
de leiding en verantwoordelijkheid van 'Kracht van Omhoog' over
te nemen. Vooruitblikkend naar zijn komst schreef Van den Brink:
'Ik vertrouw dat de tijd dan aangebroken is, dat 'Kracht van Omhoog'
zijn vleugels verder kan uitslaan. Peter zal er zeker aan werken
om onze geïsoleerde positie te doorbreken. Hopelijk
zal de tijd deze voorspelling bevestigen.
|
 |